Het Financieele Dagblad - Fragment uit: Een harde landing

Val Amerikaanse waarden schokte Amsterdamse beleggers

'Naarmate het plaatsen van nieuwe waarden zowel als het opnemen van leningen lastiger werd, bleek steeds duidelijker op hoe vozen grondslag een groot aantal der jongere industriële combinaties waren opgetrokken.' Dat was de bittere reactie in de Nederlandse pers op de scherpe financiële crisis die zich in de zomer van 1903 onafwendbaar presenteerde.

Aanvankelijk stimuleerden koersdalingen op Wall Street de kooplust van Nederlandse beleggers. Een toenmalig journalist constateert in zijn commentaar op de effecten- en geldmarkt: 'Het spoedig herstel dat in de laatste jaren bijna steeds op soortgelijke bewegingen op de Amerikaanse markt is gevolgd, heeft hier zoetjes aan de mening doen postvatten, dat kopen bij een dalende markt voor Amerikaanse waarden een bijna zeker middel tot kapitaalsvermeerdering oplevert.'

Ondertussen mislukte in april 1903 het zogenaamde Steel Corporation Conversion Syndicate, omdat het publiek massaal deelname weigerde. Voornamelijk omdat het gerucht ging dat het syndicaat opzettelijk de koers van de preferente aandelen drukte, om aan de conversie zoveel mogelijk winst over te houden. Uiteindelijk leverde de operatie, die onder leiding stond van J.P. Morgan & Co, in plaats van de bedoelde $ 50 000 000, maar $ 13 200 000 op.

De situatie verergerde toen geruchten opdoken dat de president van de 'steel trust', Charles Schwab in moeilijkheden verkeerde. Daarmee was de maat vol. Nederlandse beleggers sloeg de schrik om het hart en in Amsterdam werd voor miljoenen dollars aan aandelen US Steel met groot verlies op de markt gebracht. In augustus werd het dieptepunt bereikt. Bij de oprichting van de Amerikaanse Shipbuilding Company was zwendel aan het licht gekomen. Daarbij werd president Schwab van de steel trust als hoofdschuldige aangewezen. Hij nam dan ook prompt ontslag, maar het kwaad was toen al geschied. Een aantal fabrieken moest worden gesloten, het dividend op de gewone aandelen United Steel Corporation verminderde en de dividenden van een aantal andere industrieën werden zelfs helemaal gepasseerd.

In Nederland hadden enkele provinciale bankinstellingen hun betalingen al in september en augustus moeten staken. Toen echter op 7 oktober de Amsterdamse effectenhandelaar J. Goeyen jr niet meer aan zijn financiële verplichtingen kon voldoen, was de algemene ontsteltenis groot. Vooral omdat Goeyen jr beschikte over krachtige financiële relaties en over een soliditeit die verheven was boven elke twijfel. Bovendien had hij belangen bij een aantal Amerikaanse spoorweg- en industriële waarden, die hier hun voornaamste of enige markt hadden. Gedwongen liquidaties in deze fondsen hadden dan ook zeer aanzienlijke koersverlagingen tot gevolg.

Toch blijkt dat geduldige beleggers op de Amerikaanse markt geen al te grote verliezen hebben geleden. Hoewel de koersen in 1903 zelfs lager zakten dan in het bekende crisisjaar 1907, werden de meeste introductiekoersen in november 1908 weer overschreden. Uit nauwkeurig onderzoek (1948) door de econoom dr Kornelis Douwe Bosch is bovendien gebleken dat veel Nederlandse beleggers –voornamelijk in de US Steel Company - een oude tactiek volgden: goedkoop inkopen. Zijn conclusie: 'Een reconstructie van de handel in aandelen United States Steel hier te lande doet duidelijk uitkomen dat de Nederlandse beleggers de politiek om op noodpeil te kopen en om op hogere koersen weer af te stoten, bij dit fonds niet zonder vrucht hebben toegepast.'